Readux

  • Readux
  • Collections
  • About
  • Annotate
  • Credits

Sign In

  • Login with Emory credentials
  • Login with Google
  • Login with Github
  • Login with Facebook
  • Login with Twitter
  • Authorize Zotero

Search this volume
Search for content by keywords or exact phrase (use quotes). Wildcards * and ? are supported.

Note: searching uncorrected OCR text content.

De bykorf des gemoeds : honing zaamelende uit allerly bloemen

(1735)

p. 22

g
DttBYK
ORF
Nu
is
het
uw'
en
myne
beurt,
Dat
doch
de
tyd
niet
heene
lleurd,
Met
maaken
van
veel
aardfe
dingen,
Die
bleeven
als
wy
heene
ginger),
Maar
dat
wy
maaken
in
ons
hert,
Het
geen
dat
mee
genomen
werd
>
En
eeuwig
blyft,
in't
Eeuwig
leven,
Waar
toe
ons
aanflag
is
gegeeven,
Gelegentheid
en
piaats
en
tyd,
Een
ieder
doe
dan
zyne
vlyt.
Psalm
XXXIX:
6,
7.
2fjiet
,
gy
hebt
myne
dagen
een
handbreed
gc*
field,
en
myn
leeftyd
is
als
niets
voor
u
;
immers
is
een
ider
menfche
,
[hoe']
vafi
hy
fiaat
,
enkel
idelhe'ul,
Sela!
Immers
wandeld
de
menfche
[als]
in
een
beeld,
immers
woelenze
idelyk
:
men
brengt
by
een
,
en
men
weet
niet
me
het
na
zich
neemen
zal.
En
Psalm
XC:
5.
Gy
doet
den
menjche
weder
keeren
tot
verbryze-
linge
:
en
zegt
,
Keerd
weder
gy
menfchen
kinde-
ren.
En

Permalink: http://pid.emory.edu/ark:/25593/sk70p


1.8.2

Powered by: