der
WERELD.
Verandering,
Verhoogd
een
ding,
D
e
Water-vagel,
uit
het
oever-neft
gebooren,
Komt
by
der
Jeugd
van
hoofd
tot
voet
in't
graauw.te
vooren:
Zo
waft
hy
op,
en
word
met
grootheid
aangedaan;
Maar
is,
eerlang,
als
fneeuw
;
een
fchoone
witte
Swaan.
Befpiegeld
u
,
o
Jeugd,
op's
werelds
weelden
ftroo-
men,
In't
haat'Iyk
zonden
graauw,
tot
jaargetal
gekomen:
A1
groot
en
oud
genoeg,
om
in
dat
kleed
tegaan,
Veranderd
uw
gewaad,
en
doet
de
witheid
aan.
Die
eed'le
witheid,
van
het
ZielenHeilderdeugde,
Behaag'lyk
in
Gods
oog,
en
d'Eng'len
tot
een
vreugde.
Dan
zal
de
Koning
van
het
hemelfe
Paleis,
U
in
den
Lufthof
van
het
Zalig
Paradys,
Doen
zwemmen,
op'tChriftal,
der
klaare
waterbee-
ken,
Langs
geur'ge
boorden,
zecr
behaag'lyk
heen
geftree-
ken;
Om
nooit
te
hong'ren,
wyl
daar
uw
begeerte
vind,
Wat
u
gedachte
tot
verzadiging
bemind:
En
nooit
zal
u
een
hand
tot
zyne
fpys
bereiden
,
Maar
eeuwig,
eeuwig
zal
u
leeven
zich
vermeiden.
X
4
Pluis
Permalink: http://pid.emory.edu/ark:/25593/sk1xs