8
V
O
N
K
E
N
o
God,
myft
lief,
myn
fchoone
Morgcnflond,
Maakt
ons
een
vmcht5die
fmaakt
in
uwen
ir.ond.
Heilig
Antwoord.
oorwaar,
v
oorwaar
Zeg
iku,
ten
zy
datiemamwe-
derom
gebooren
worde,
by
en
kan
bet
Koningryke
Godsniet
Zien.
Job.
Ill:
3.
T
O
E
Z
A
N
G.
Alzo
lief
heeft
God
de
waereld
gehad,
dat
by
zyn
emig
geboorrte
Zoone
gegeevenheeft.
Joh.III:
16.
Toon:
o
Nacht,
jaloerfe
nacht.
Hi.
et
Zieltje
dat
was
krank,
en
neigde
zich
tot
Jleroen,
bVaar
was
tot
baarder
hulp
>
diegroote
Medicyn,
Om
voor
te
komen
'£
lang,
jaeeuwige
verderven
?
Dat
moeji
de
diepjle
liefd\
uitrs
Vadcrs
Herte,
2.
Op
dat
bet
Zieltje
doch
in
eeuwigbeid
zouw
leeven.
PVierd
deeze
Medicyn
zo
wonderlyk
bereid,
Om
't
angflelyke
vuur
des
lev
ens
in
tegeeven,
I'ot
eengeneezings
kracbt,
voor
alle
eettwigheid.
3-
Het
grootjle
wonder
kwam,
uit
de
eeuwigheidte
voir
en:
God,
ende
Menfchheid,
wierd,
in
Eenheid,
opesbaar;
Dat
was
Immanuel,
den
menfcb
tot
beilgeboorai;
Nocb
ging
het
wonder
voort,
tot
dat
het
vaardj
waar:
4-
Inarmoed,
kleinheid,
Jlecbt,
gelajlerd,
enbeloogen,
Belaagt
,geplaagt,
vervalgt
,gebracht
in
angft,
e#
Ge-
Permalink: http://pid.emory.edu/ark:/25593/sjdds
