V
O
O
R
Z
A
N
G.
Daar
worden
wy
bekende
vrinden.
AchHeer!
watzalme'er
vrolykzyn,
In
God
en
Goddelyke
dingen
,
En
met
de
fchoone
Serafyn,
Dat
hooge
lied,
van
liefde
zingen
!
Weeft
ondertuflfen
wel-
gemoed,
Gods
liefde
en
kracht
wil
u
geleiden,
En
zy
een
Lichter
voor
uw
voet,
Tot
dat
gy
komt
van
hier
te
feheiden.
Wy
treeden
met
malkander
voort,
Naar't
zalig
Land
van
vrede
en
vreugde.
Beminde
mede-Pergrims
,
hoort,
Of
u
dit
bloempje
wat
verheugden,
En
uwen
reuk
verkwiklyk
werd,
Dat
uwe
liefde
my
vvouw
loonen
,
Zo
wenft
my
Jezus
in
myn
Hert,
Dan
zult
gy
goede
vriendfchap
toonen.
Dat
hoogfte
en
diepfte
Liefde-Punt
Van't
Herte
Gods
5
voor
ons
gegeeven,
Dat
word
u
ook
van
my
gegunt,
In
merg
en
been,
van't
Zielen-leven.
Vaar
wel
in
God,
het
eeuwig
Goed,
Vaar
eeuwig
wel
in
Jezus
Naame,
Op
dat
u
al
zyn
heil
ontmoet,
Ja,
aan
ons
Wormpjes
altezaamen,
Om't
bloed
vzaJezus
Chrifius,
Amen.
T.
Luiken.
V
ON-
Permalink: http://pid.emory.edu/ark:/25593/sjd4p