VOORZ
ANG.
Maar
tot
een
fpeeling
in
de
tyd
>
Van't
vrcemde
land,
door
ons
bezeeten
,
Op
dat
\vy,
langs
de
Pelgrims-baan,
Malkander
Bloempjes
mede-deelen
;
En
wyl
wy
trachten
t'huis
te
gaan
,
Met
hemelfe
gedachten
fpeelen.
Wyl
and're
gaaren
vrolyk
zyn,
In
waerelds
goed,
en
aardfe
dingen
,
In
mommery
,
en
valfe
fchyn
>
En
overvloed
van
beuzelingen
,
Waarom
zouw
onze
Eenvoudigheid,
Niet
onderweeg,
met
groot
verheugen
,
Langs't
pad
,
dat
na
de
vrede
leid,
Van
Hemels-wezen
fpreeken
meugen
?
Daar's
menfchen
hert
me£
is
vervuld,
Daar
vloeid
en
loopt
de
mond
van
over,
Gelyk
gy
altyd
hooren
zult,
Of
goed,
ofkwaad,
ofryk,
offober.
Van
dit,
van
dat,
van
dus
of
zo,
Van
weelde,
welluft
en
vermaaken,
Van
rook
en
wind,
vankafenftro,
Van
drek
en
fl
yk,
en
aardfe
zaaken
^
Ofook
van
God
,
van
goed,
van
deugd
,
Van
liefde,
goedheid
en
genade,
Van
hoop,van
trooft,van
vrede
en
vreugd,
Van's
Heeren
weg,
en's
Hemels
paden.
Elk
Wel-bron
giet
zyn
water
uit,
Permalink: http://pid.emory.edu/ark:/25593/sjd18