54
'»
MENSCHEN
BEGIN,
J
esai
a
XXXI:
<5,
7.
Bekeertu
tot
[hem,
van]
den
welken
de
kindercn
Ifraels
diepe
afgewceken
zyn.
Wantte
dien
dage
zullen
zy
verwerpcn
een
iedcr
zyne
zilvere
afgoden,
welkeuwe
handen
[ter]
zon»
de
gemaakt
hadden.
Ezechiel
VIIi
17—19,
Alle
handen
zullen
flap
worden;
en
alle
kniihi
zuk
len
heenen
vlieten
[als]
water,
Ookzullen
zy
zakken
aangorden,
grouwen
zal
zo
bedekken,
en
over
alle
aangezichten
zal
(chaamte
wezen,
en
op
alle
haare
hoofden
kaalheid.
Zy
zullen
haarzilverop
deftraatenwerpen,
en
haargoudzaltotonreinigheidzyn;
haarzilver,
en
haar
goud
en
zal
haar
niet
konnen
uithelpen
ten
dage
der
verbolgenheid
des
HEEREN:
haare
zicle
en
zullen
zy
met
verzadigen,
en
haare
ingewanden
en
zullen
zy
niet
vullen:
want
het
zal
den
aanftoot
haa*
rer
ongerechtigheid
zyn,
Romeinen
XIIs
1,
2,
Ikbiddeudan,
broeders,
doordeontfermingen
'Gods,
datgyuwelichaamenflelt
tot
een
leevende,
heilige
[en]
Gode
welbehaaglyke
offerhande,
[wel-
ke
is]
uwen
redelyken
Godsdienft.
Ende
en
word
dczer
wereld
niet
gelykvormig,
maar
word
veranderd
door
de
vernieuwinge
uwes
gemopds,
op
dat
gy
moogt
beproeven
welke
de
goede
en
welbehaagende
en
volmaakte
-wille
Gods
zy.
De
Permalink: http://pid.emory.edu/ark:/25593/shxrn