33
's
MENSCIIEN
BEGIN,
Psalm
XX:
8.
Deze
[vermelden]
van
wagens,
en
die
van
pcer-
den;
maar
wy
zullen
vermelden
van
den
Naamdes
HEEREN
onzes
Gods.
En
Psalm
XXXIII:
16—19.
Een
Koning
word
niet
behouden
door
een
groot
heir;
een
Held
word
niet
gereddet
door
groote
kracht.
Het
peerd
feilt
ter
overwinninge,
ende
en
bevryd
niet
door
zyne
groote
fterkheid.
Ziet,
des
HEEREN
ooge
is
over
degenen
die
hem
vreezen
,
op
degenen
die
op
zyne
goedcrtie-
renheid
hoopen:
Om
haare
ziele
van
dendoodte
redden
,
cnom
haar
by't
leven
te
houden
in
den
honger.
Spreuken
XI:
28.
Wieop
zyncnrykdomvertrouwt,
diezal
vallen:
maar
de
rechtvaardigen
zullen
groenenals
loof.
Jesaia
XXX:
15,
i(5.
Wantalzoo
zeid
de
Heere
HEERE
,
dc
Heiligc
Ifraels;
door
wederkeeringe
en
rultc
zoud
gylieden
behouden
worden
;
in
(tilheiden
in
vertrouweri
zou-
de
uwe
fterkte
zyn
;
doch
gy
en
hebt
niet
gewilt;
En
gy
zegt,
Neen
;
ma'ar
op
peerden
zullen
wy
vlieden
,daaromzultgyvlieden:en
op
fnclle
[peer¬
den]
zullen
wyryden,
daaromzullen
uwe
vervol-
gers
[00k]
fnel
zyn.
En
Kapittel
XXXI:
1.
Wee
den
genen
,
die
in
Egyptcn
om
hulpe
aftrek-
ken,en
fteunen
op
peerden,
en
vertrouwen
op
wage-
lien,
om
dat
'er
veelen
zyn,
en
op
ruiters,
om
dat
die
zeer
magtig
zyn:
ende
en
zien
niet
on
den
Heiligen
Ilraels,
ende
en
zoeken
den
HEERE
niet.
v
,
Het
Permalink: http://pid.emory.edu/ark:/25593/shx0m
