MIDDEN
en
EINDE.
n
De
Leiband.
DeMacht,
(voor'tOog)alswaarz'erniet,
Doec
meer
als
alles
wat
men
ziet.
Dus
loopt
het
Kleintje
trappen
heen,
Nochtans
en
is
het
niet
alleen,
Maar,
in
'tverborgen,
vaft
gehouden.
Zoo
ons
de
Onzichtb're
hand
niethiel,
Wie
weet
hoe
wy
,
na
lyf
en
ziel,
In
onzen
loop
ook
vallen
zouden.
Psalm
Permalink: http://pid.emory.edu/ark:/25593/shw8m