Readux

  • Readux
  • Collections
  • About
  • Annotate
  • Credits

Sign In

  • Login with Emory credentials
  • Login with Google
  • Login with Github
  • Login with Facebook
  • Login with Twitter
  • Authorize Zotero

Search this volume
Search for content by keywords or exact phrase (use quotes). Wildcards * and ? are supported.

Note: searching uncorrected OCR text content.

Des menschen begin, midden en einde : vertoonende het kinderlyk bedryf en aanwasch in eenenvyftig konstige figuuren, met goddelyke spreuken en stichtelyke verzen

(1758)

p. 46

6
's
MENSCHEN
BEGIN,
Psalm
XXXIV:
9.
\Smaakt,
en
ziet,
dat
de
HEERE
goed
is:
welgelukzalig
is
de
man,
[die]
op
hem
be-
trouwt.
Doet
uwen
mond
wyd
open,
enikzalhem
vervullen.
Zalig
[zyn]
die
hongeren
en
dorften
[na]
de
gerechtigheid:
want
zy
zullen
verzadigd
wor-
den.
En
Jefus
zeide
tot
haar,
Ik
ben
het
brood
des
levens:
die
tot
my
komt
en
zal
geenfins
hon¬
geren
,
en
die
in
my
gelooft
en
zal
nimmer-
meer
dorften.
Zoo
legt
dan
af
alle
quaadheid,
en
allebe-
drog,
engeveinftheid,
ennydigheid,
en
alle
achterklappingen,
Enalsnieuwgeborene
kinderkens,
zyt
zeer
begeerig
na
de
redelyke
onvervalfchtemelk,
op
dat
gy
door
dezelve
moogt
opwaflen:
Indien
gy
anders
gefmaakt
hebt
dat
de
Heere
goedertieren
is.
En
Psalm
LXXXI:
ii.
Mattheus
V:
6.
Joannes
VI;
35,
1
Petrus
II:
i—3.
Het

Permalink: http://pid.emory.edu/ark:/25593/shw3x


1.8.2

Powered by: