KORT
VERHAAL
van
iiet
LEVEN
,,
derwaardigbed/sn
dezes
levcns
,
behouden
door
,,
moogt
geraken,
door
Jezus
Chriflus.
Amen.
Tegens
deMoeder
zeide
hy:
„
Verlaat
u
op
„
God
;
en
wenfchte
haar
ook
zyn
zegen
toe,
„
zeggende:,,
Ik
heb
veel
voor
u
en
uwefamiliege-
,,
beden,
tot
wive
en
haare
zalighcid,en
ik
hoop
dat
de
„
Heere
rnyne
gebeden
verhooren
zal,
gelyk
by
myne
„
gebeden,
die
ik
dikmaals
voor
dit
Kinds
Fader
„
gedaan
heb,
verhoort
heeft.
Verder
verzocht
hy
op't
nedrigfte
begraavente
worden,
zeg¬
gende:
„
Ikbenbooggenoeg,als
ikmaardoodben.
Hy
hadandersgeen
uiterlykebekommering
overietsdatinde
wereld
was,
hebbende
zich
volkomen
los
gemaakt,
met
alles
den
Heere
op
te
draagen
door
eenlevendig
geloof,waar
mede
hy
zich
zelf
en
de
geheele
wereld
over-
wonnen
had,
en
liet
niets
in
hem
overblyven
als
een
onuitbluflchelyk
verlangen
naar
de
Eeu-
wigheid
:
zyneflerke
begeerten
endiepe
ver-
zuchtingen
fcheenen
zyn
ziele
wel
met
een
van
deoudenaldusaantefpreeken,
en
te
zeggen:
Gaat
uit
myn
ziele,gaat
uit.
Doch
hy
bleef,
bui-
ten
alle
verwachtinge,
nog
fenige
uuren
op
de
zelfde
wyzeleggen.
Als
men
hem
onderwylen
vroeg,
hoe't
hem
nu
voor
quam
wegens
de
on-
derfcheide
flanden
en
fiaat
van't
andere
leven,
zeide
hy
:
„
Daar
bekommer
ik
my
niet
mede;
ik
zal
„
in
Gods
handen
komen;
die
zal't
wel
maaken
j
„
ik
geloofdat
ik
in
de
zalige
ruft
zal
verzinken.
v
Een
weinig
ftil
gelegen
hebbende,
door
dien
hem't
fpreeken
heel
zwaar
viel,
verheftehy
zyn
half
geftorven
krachten
weder,
en
zeide,
-
4
i
1
met
Permalink: http://pid.emory.edu/ark:/25593/shvjm