Readux

  • Readux
  • Collections
  • About
  • Annotate
  • Credits

Sign In

  • Login with Emory credentials
  • Login with Google
  • Login with Github
  • Login with Facebook
  • Login with Twitter
  • Authorize Zotero

Search this volume
Search for content by keywords or exact phrase (use quotes). Wildcards * and ? are supported.

Note: searching uncorrected OCR text content.

Des menschen begin, midden en einde : vertoonende het kinderlyk bedryf en aanwasch in eenenvyftig konstige figuuren, met goddelyke spreuken en stichtelyke verzen

(1758)

p. 13

VOORREDEN.
Cjy
Jonge
Dochtertjes
en
Knaapjes,
Eenvoudige
en
onnooz'le
Schaapjes,
Die
op
des
werelds
Speelbaan
treed,
Mogt
gy
uw
fimpelheid
behouden,
Bevryd
van't
looze
arg
der
Ouden,
De
opvoeding
was
aan
u
befteed.
Gy
hebt
wel
Vader
ende
Moeder,
Gy
hebt
wel
Zufter
ende
Broeder,
Waar
van
u
nooddruft
word
bediend,
Men
voed
u
op,
men
vleid
en
eertje,
Maar
onze
zoete
lieve
Heertje,
Dat
is
uw
alderbefte
Vriend.
Van
zyne
hand
zyt
gy
gekomen,
Toen
gy
uw
oorfprong
hebt
genomen,
En
alle
goed
dat
u
gefchied,
Wat
dat
is
het
by
nacht
en
dagen,
Door
Ouders,
Vrienden
ende
Maagen,
Dat
is
van
Hem
en
anders
niet.
Dies

Permalink: http://pid.emory.edu/ark:/25593/shtz5


1.8.2

Powered by: