HET IV. BOECK. LII DENDE SOCIETEYT. 333
ghcrockt hadden : want foofe ontllichtbacr waeren van
leuen, hebben felue moeten eten datfe voor ons ghe-
koockt hadden,ende gedwonghen gheweeft hun Cloolter
ende de ftadt aen andere vande felue Orden, die betcr van
handcl ende manieren waeren, te ruymen.
Defe dry tempecften maghmen nemcnalsecn ftael van
alle d'andere, die in Spaignen opgheftacn zijn: wantfe be-
grijpen alle ltaetcn ende foorten van menfchen, die ons
oyt in dit Rijck moeyclijck zijn gheweeft, Bilchoppen,
Doctoren, Pailoors, wcrcldtlijcke ende Religieufe Ghee-
flclijckheyt, ten lactften oock het ghemeyn volck. Den
hoogh-ghcleerdcn Docloor Martinus Nauarrus, foo hy
door Salamanca pafleerde, ende alle onfe Patres op fijne
knicn groertedc ('twelck fijne diepe ootmoedigheyt was)
vcrmaaidc feer forghvuldighhjck, datmen doch de Collc-
gien van Salamanca ende Parijs wel foude voorfien, aide
gaede flaen ; om datter in dele vermaerde Viiiiietfiteyten
noyt opvalkn aen ons volck en fouden ontbrcken : ghe¬
lijck de daedt inde volgende iaeren tot heden toe ghe-
noeghfaem betoont heeft.
D
HET SESTE CAPITEL.
Vande aenflooten die de Socteteyt in Vranckrpjck ghe-
(eden heeft, eer fy daer uyt veriaeght wierdt.
Die daer weten ho: iammerlijck de kerrerije heel,,' '
Vranckrijck door de Catholijcke Religie vcrwoclt//"•«»?*
heeft, fullen wel haefl den oorfprongh vinden van al denva"fle
ouerliftdic de Societeyt hier heeft molten draghen. 'tZijn^.„ 4e
de Caluimftcn gheweeft, die ons opentlijek ende bedeck- Societeyt
telijck van alle kanten hebben bevoehtai, op roey.cn de nu'" ',rMC
it 3 een
Permalink: http://pid.emory.edu/ark:/25593/gzkz1